Een vraag. Of ik naar een moeder thuis wil gaan. Haar kindje is overleden. Ik zeg dat het klinkt of ze alleenstaand is. Ja, dat klopt, krijg ik te horen. Ik moet weg met de auto dit keer.
Ik bel op tijd aan. Ik word opgehaald door een man. Hij zegt dat het fantastisch is wat er allemaal kan en wordt gedaan vanuit het ziekenhuis. En nu ook nog een fotograaf. Hij geeft aan dat de moeder nog niet klaar is. Ze eet niet, heeft net gedoucht en is zich aan het omkleden. Het opstarten gaat wat moeizamer. Als ik er eenmaal ben voel ik dat tijd niet meer belangrijk is. Ik geef aan dat het geen probleem is. Hij vraagt of ik het kindje alvast wil zien. Graag zeg ik. We komen de kamer binnen. Het is donker, het lieve kleine mannetje ligt in de box. Hij is prachtig. Hij ligt ingepakt in een doek. Bloem erbij.
Ik praat wat met de man en vraag of hij een vriend is. Nee, zegt hij, haar broer. En dat antwoord had je vast niet verwacht zegt hij. Hij is blank en zijn zus is donker. Het kindje ook. Ze hebben dezelfde vader en een andere moeder. Even later blijkt dat de vrouw die in huis rondloopt de vrouw van de broer is. En de moeder van de moeder van het kindje is er ook.
Ik vraag of ik vast wat foto’s mag maken? Ja, zegt hij, ga je gang. Het raam ligt aan een galerij en ik vraag of ik de gordijnen mag openschuiven. Wat aarzelend wordt er ‘ja’ gezegd. Ik wil graag daglicht. Het is prima. Op ooghoogte is het raam enigszins geblindeerd. De lamp kan uit. Ik fotografeer het kleine mannetje. Hij is echt prachtig. De echtgenoot van de broer vaagt of ik wat wil drinken. Nee, geef ik aan. Ze zegt dat het nu tijd is en dat ze de moeder gaat aansporen om naar beneden te komen. Verwacht geen kleding van het land waar haar moeder vandaan komt. Ze heeft haar eigen kleding aan, hoe ze is.
Het is natuurlijk allemaal prima. Als de schoonzus weer naar beneden komt zegt ze dat ze er prachtig uitziet. Smashing. Inderdaad. Ze is echt prachtig. Toch een mooie rok aangedaan, kleurrijke schoenen met hoge hak en een pruik op. Ik stel me voor. Haar schoonzus vraagt of ze ons alleen kan laten. Ja, geeft de moeder aan en de deur gaat achter ons dicht. Ze is vol met liefde en verdriet. Ze weet wat ze wil en wat ik voorstel is ook goed. Ik wil hun gezichten dicht bij elkaar fotograferen. Ik vraag of zijn mutsje af mag. Ja. Een volle bos haar komt eronder vandaan. Wat een geweldige verrassing. Ze legt hem op haar schouder en ik fotografeer heel dichtbij. Haar mooie blauw opgemaakte ogen en zijn koppie dicht bij elkaar in stil verdriet en in schoonheid. Elke keer weer zo bijzonder om bij zo’n intiem moment te mogen zijn. De liefde voor haar kleine mannetje straalt van haar af en tegelijkertijd is er groot verdriet. De tranen rollen over haar hangen. Ik haal wat wc papier. Haar tranen druppelen op haar mooie mannetje, haar rode lipstick laat warme lippen achter op haar baby. Ze dept met liefde de tranen van zijn koppie en veegt de lipstick er heel zacht vanaf. Ik vraag of ze nog meer wil. Ja, graag mijn familie erbij. Oma, haar broer en haar schoonzus. Foto van hen allemaal en een foto van iedereen apart met moeder en haar baby. Liefdevol en
Ik ben klaar. Ze trekt direct een joggingbroek aan en vraagt of ze wat eerder foto’s kan krijgen voor het afscheid. Ik vraag wat ze graag wil. Ze wil graag foto’s dichtbij. Ik realiseer me dat ik de foto zonder mutsje nog niet heb gemaakt van heel dichtbij. Ik schuif de gordijnenen weer open, zet de lamp weg en pak mijn camera weer. Ik maak wat zij graag wil. Ze bedenkt dat ze ook nog een foto wil staand bij de box en kijkend naar haar kindje. Dat doe ik.
Ik ben klaar. Ik word met dankbaarheid uitgelaten. Ik wens ze sterkte en verdwijn weer.