Hospice
Ik krijg een tip van een collega uit het hospice. Je moet eens gaan kijken bij die en die mevrouw op die en die kamer. Ik klop, aansluitend aan een gesprek met een andere collega, bij deze mevrouw aan en kom binnen. Ze is zich aan het opmaken. Prachtig. Ze kijkt om en kijkt me met prachtige blauwe ogen aan. Ik stel me voor en vertel haar dat ik fotogaaf ben in het hospice. Ik zeg er ook bij dat ze sprekende blauwe ogen heeft. Ja, zegt ze, dat hoor ik mijn hele leven al. Dat zei mijn man ook altijd. Ik vraag of de foto die op de tafel staat een foto van haar man is. Ja, dat was mijn man, hij is overleden. Hij had dementie. Hij was wel heel lief. Ik vraag of zij hem tot het laatst toe thuis heeft kunnen houden / verzorgen? Ja, zegt ze, hij werd weer een kind, maar wel een heel lief kind. Hij is thuis gestorven. Fijn.
We praten nog wat door. Ze laat zien waar ze heeft gewoond en vertelt dat het thuis niet meer ging, alleen. Ze heeft haar familie / vrienden / kennissen een verhuisbericht gestuurd zodat ze weten dat ze naar het hospice is verhuisd. Het is hier net een 5-sterren hotel zegt ze. Dat ik dat nog mag meemaken aan het einde van mijn leven. Ik geniet hier.
Ik vraag haar of ik een portret mag maken van haar. Ja, zegt ze. Heb ik de juiste kleding aan? Ik zeg dat ze er prachtig uitziet. Ze vertelt dat ze eigenlijk altijd blauw aan heeft en vandaag toevallig een zwarte trui. Ze heeft een sprekende sjaal om haar schouders heen. Of ze die straks nog mag wisselen? Geen probleem zeg ik. Ze gaat zitten op de rand van haar bed. Ze is open en vindt het spannend. Ik vraag haar of ze een keer diep wil zuchten en dat doet ze regelmatig daarna. Haar schouders zakken. Dat maakt haar rustiger zie ik. Ik fotografeer eerst met mijn analoge camera op statief. Ik vind het fijn voor de mensen die hier liggen, ze verdienen de aandacht, de rust, de ruimte die er ontstaat. Continu kijken, scherp stellen, kijken. En voor mij is het spannend om weg te brengen. Is het goed gegaan? Zijn alle foto’s gelukt? En wat is de beste foto? Het voordeel is ook dan niemand kan vragen: Kijken, kijken, mag ik het even zien? Want ik kan niks laten zien. (En soms is het een goed excuus om nog een keer binnen te mogen komen!) Heerlijk.
Haar nagels zijn gelakt. In een zacht, roze kleur. Ik vraag of ze haar handen dichter bij haar gezicht kan houden omdat haar nagels zo mooi zijn gelakt. Ja, zegt ze enthousiast, dat doet iemand hier ook voor je. Een van de vrijwilligers vindt het leuk om nagels te lakken en ze kwam het vragen. Ik vind het ook leuk en het is zo fijn dat het voor je wordt gedaan.
Dat is natuurlijk wel vaker de situatie. Thuis loopt het niet meer, gaat het niet meer, kost de verzorging teveel energie en hier komen de mensen tot rust omdat er voor hen wordt gezorgd op een aantal vlakken. De aandacht kan naar andere zaken gaan.
Later als ik de collega, die mij heeft verteld dat ik naar deze mevrouw moest gaan, weer spreek zegt ze ook nog iets moois over deze mevrouw. Deze mevrouw had al aangegeven dat ze het hier prettig vindt, ze geniet van de tuin, de rust, de omgeving: Een echt 5-sterren hotel. Daarnaast had ze ook tegen mijn collega gezegd: En als je gaat slapen zegt iemand je: ‘Welterusten’, dat vind ik zo fijn.
Dat dat soort ‘kleine’ dingen zo belangrijk zijn en van waarde, realiseer ik me niet altijd. Zij benoemt het en geniet ervan.