Morgenvroeg
Ik krijg de vraag of ik vanavond en anders morgenvroeg foto’s wil maken van een overleden kindje. Ik vind het al laat en geef aan dat ik morgenvroeg op de fiets stap en dat ik er tussen 09.00 – 09.30 zal zijn of vroeger als dat fijn is. De ouders willen graag snel foto’s, geeft de telefoniste aan, want het kindje is nu nog zo mooi. Ruim 37 weken, levenloos geboren omdat de placenta opeens heeft losgelaten. Het kindje is met een keizersnede geboren. Afschuwelijk.
Toch direct
Ik denk even na en zeg dat ik nu wel in de auto stap, dus pak ik mijn camera en rijd door het donker naar het ziekenhuis. Ik kan de weg dromen en toch rijd ik verkeerd.
Stil
Ik ben er om 22.10. Het is stil op de afdeling en ik heb geen idee waar de verpleegkundigen zijn. Door twee klapdeuren heen zie ik opeens een verpleegsterspost. Er staat een verpleegkundige te telefoneren en ik loop door. Eindelijk zie ik drie medewerkers en ik geef aan waarvoor ik kom. Ze bellen de verantwoordelijke verpleegkundige en ik ga even naar het toilet, ben (te) haastig weggegaan van huis. Als ik terugkom wordt me gevraagd of ik wat wil drinken want ze moet nog even bloed afnemen bij de moeder en dan kan ik rustig gaan fotograferen.
Thee
Ik neem een thee en er wordt me een ruimte toegewezen waar ik even kan zitten. Opeens komt de telefonerende verpleegkundige binnen. Ze zegt: ‘Je zult wel denken wat zit ze daar privé te bellen, ik had een collega aan de telefoon in een ander ziekenhuis.’ Ik zeg: ‘Ik heb niets gehoord van het telefoongesprek.’ Nou, gaat ze verder, we maken dit niet heel vaak mee, gelukkig, en ik moest haar even bellen en het vergt veel administratie.
Zenuwachtig
Ze is zenuwachtig lijkt wel. Ik geef nogmaals aan dat ik niets van haar gesprek heb opgevangen en dat ze aan mij geen verantwoording hoeft af te leggen. Het is aan dovemansoren gericht. Ik geef aan dat het stil is op de afdeling en dat ik blij was dat ik iemand had gevonden. ‘Ja, we zijn gehalveerd, de helft is naar het andere ziekenhuis, dus het is inderdaad rustig qua personeel.’ Ze gaat verder geeft ze aan en ik zeg dag.
Druk
Niet veel later word ik opgehaald door S. Ik ben klaar zegt ze en de ouders zijn er klaar voor. Ik loop mee. Onderweg vertelt S. dat de moeder van de moeder er is én de moeder van de vader. Ik vraag of ze in de gaten wil houden of het niet te druk is in de kamer. Op dat moment zijn we al bij de kamer en het is alsof ze me niet heeft gehoord. Ik kom binnen en stel me voor. De verpleegkundige zegt: Ik ga verder met werken, als jullie hulp nodig hebben dan roep me maar. De moeder zegt: Ga jij maar even lekker zitten. Nee, zegt de verpleegkundige, ik moet jouw EPD (electronisch patiënten dossier) gaan invullen en weg is ze.
Prachtige baby
Het kindje ligt heerlijk bij moeder en ik maak mijn camera klaar. Ze is prachtig. De ouders gaan er heel ontspannen en heel dichtbij mee om. Bijzonder is het. Ik vraag of ze hun drie handen bij elkaar gefotografeerd willen hebben? Ja, dat is mooi, zegt de vader en ze komen direct in actie. Ik ben even vergeten of het een meisje of een jongen is en ik hoor mezelf ‘hij’ zeggen terwijl ik direct als ik vraag of ze haar handje willen vrijmaken meisjeskleding zie. Ik schaam me. Dit is me nog nooit overkomen. Ze reageren er niet op, gelukkig.
Voetjes
Ook de voetjes geeft de moeder aan. Slofjes en sokken worden uitgedaan. Ik zet de voetjes van het kleine meisje samen met de handen van de ouders op de foto. Ze heeft een prachtig pakje aan. Ze is helemaal volmaakt, af, alsof ze zo kan gaan ademen. Het is afschuwelijk. Er zit nog smeer op haar prachtige koppie. De moeder huilt en vader zegt: ‘Vanmorgen leefde ze nog.’
Harde buik
Moeder zegt dat ze opeens een harde buik kreeg en een wee die niet meer ophield. Ze heeft de verloskundige gebeld en die is gekomen. In de tussentijd, gaf ze aan, waren de andere twee kindjes ontzettend lief. Ik kon niets meer en ze waren heel geduldig en deden wat ik ze vroeg. Moeder barst elke keer in snikken uit. Ze wordt geaaid door haar man of door haar eigen moeder. Het is stil in de kamer. Er heerst een mooie, fijne sfeer.
Spaghetti
Iedereen wordt in zijn/haar waarde gelaten. ‘Wat heb je gegeten met ze?’ vraagt moeder volgens mij aan haar schoonmoeder. ‘Spaghetti’ zegt de (schoon)moeder. ‘Ze vonden het heerlijk.’ Ook de dagelijkse gang van zaken wordt besproken door het verdriet heen. Wat fijn dat ze straks niet teruggaan naar een leeg huis, ondanks de leegte. Ik maak foto’s van vader, moeder en hun baby.
ZIJ
Van haar oortjes en gebruik nog een keer ‘hij’. Ik realiseer me direct dat ik een fout maak en de vader zegt het is een zij en de moeder zegt dat heel veel mensen altijd hij zeggen en ik voel me niet vervelend, ik vind het wel onattent. Dit is me nog nooit overkomen. Is het het tijdstip? De snelle actie na het telefoontje? Het bezig zijn met moet ik morgen of nu gaan waardoor de informatie aan de andere kant (van de telefoniste) niet binnenkwam? Mijn doel alleen maar waardevolle foto’s te maken ondanks het geslacht? Ik heb geen idee. Ik neem me voor dat dit de eerste keer en de laatste keer is.
Drie generaties vrouwen
Ik maak foto’s van de drie generaties vrouwen. De moeders zijn prachtig aanwezig en geven alle ruimte aan het echtpaar en het kindje om te zijn in het moment, in het verdriet, in de schoonheid, in de liefde, in het onbegrip, in de machteloosheid, in het verlies.
Betalen?
Als ik mijn camera inpak komt de moeder van de moeder naar me toe. ‘Wat moeten ze hier nou voor betalen?,’ vraagt ze. Ik zeg: ‘Niets.’ Ze kijkt me vragend aan. ‘Dit is vrijwilligerswerk’, zeg ik. ‘Wat mooi’, zegt ze. ‘Wat is de reden dat je dit doet?’ Ik zeg: ‘Dat het elke keer weer prachtig is om over de drempel te mogen stappen om in de intimiteit en de kwetsbaarheid te mogen komen. Het vult mijn hart.’ ‘Ja, zegt ze, het is echt, hier wordt niets gespeeld.’
Blijvende herinnering
Dat is het inderdaad, de echtheid en dat ik een blijvende herinnering afgeef. Dankbaar werk!